De gaswinning in Nederland is vanwege de aardbevingen in Groningen inmiddels aanzienlijk teruggedraaid. Maar zijn we nu op een punt beland dat we onze conventionele gasgestookte installaties moeten gaan heroverwegen? En gaan gebouwen hierdoor niet veel te veel kosten? Het realiseren van een gasaansluiting kan op sommige locaties voor een behoorlijke uitdaging zorgen. En is het aanleggen van een nieuwe gasaansluiting wel voldoende toekomstgericht? Voor dit vraagstuk is het van belang verder te kijken dan alleen naar de investeringskosten.
Met de standaard rekensystematiek is het voor de markt een hele klus om diverse opwekkingsconcepten integraal door te rekenen. Daarbij dienen de onderhoudskosten en energiekosten separaat berekend te worden. Niet verwonderlijk dat men daarom voor dit soort studies terugvalt op kostenkengetallen. Die geven helaas onvoldoende houvast om keuzes op te baseren. De verschillen liggen vaak heel genuanceerd. Een verkeerde keuze is snel gemaakt.
‘’Van Gas los’’, laten we dat eens doorrekenen. Er zijn momenteel zat alternatieve opwekkingssystemen voorhanden, die geen gas nodig hebben. We zetten de volgende opwekkingsconcepten voor een referentiekantoorgebouw naast elkaar: - Conventioneel d.m.v. een hoogrendement gasketel en een compressiekoelmachine. - All-electric d.m.v. een bodemopslagsysteem met een warmtepomp en drycooler. - All-electric d.m.v. een luchtgekoelde warmtepomp Met de webapplicatie van Life Cycle Vision is het mogelijk om met het kiezen van het concept, gelijktijdig ook de exploitatiekosten te berekenen. Hieruit zijn de volgende resultaten te halen.
Op investeringskosten ligt het bodemopslagsysteem inderdaad iets hoger dan de conventionele opwekking d.m.v. gasketels en koelmachine. De luchtgekoelde warmtepomp is op investeringskosten echter de goedkoopste variant. Daarmee wordt het idee weerlegd dat Allelectric altijd duurder is dan conventioneel.
Bij de exploitatiekosten is te zien dat beide All-electric varianten beter scoren dan de conventionele opwekking. Hierbij heeft de goedkopere variant met luchtgekoelde warmtepomp financieel de voorkeur. Overigens zijn de verschillen klein. Daardoor is de kans aanzienlijk dat een dergelijke analyse o.b.v. kengetallen gemakkelijk een ander (verkeerd) beeld had kunnen geven.
Al met al zijn dus met beide All-electric varianten op de lange termijn lagere levensduurkosten te verwachten. En ziet men in onderstaande grafiek dat dit zich na 10 jaar al terugverdient!
Overigens worden sinds kort in Life Cycle Vision ook de CO2 emissiewaarden berekend. Hieruit blijkt dat de goedkoopste variant op LCC, de luchtgekoelde warmtepomp, nauwelijks CO2 reductie geeft. Op het vlak van CO2 uitstoot wint het WKO concept, dat ligt ca. 25% lager.
Melden Sie sich für unseren Newsletter an und bleiben Sie auf dem Laufenden