We zeggen graag dat we goed doordacht ontwerpen en toekomstbestendige gebouwen realiseren. Maar hoe zorgen we ervoor dat we een verantwoorde en duurzame investeringsbeslissing kunnen nemen? En hoe stuur je daarbij slim op levensduurkosten? Daarover spraken we met Marco van Zandwijk, expert huisvesting bij Ruimte-OK het kenniscentrum voor betere huisvesting en een gezonde exploitatie in het onderwijs.
“De komende jaren staan gemeenten en schoolbesturen voor een enorme opgave: de grootscheepse renovatie en nieuwbouw van hun schoolgebouwen. Om deze opgave te realiseren, moeten we zorgen voor een optimalisatie van budgetten, investeringen en de kosten gedurende de levensduur.”
“Bij de meeste bouwprojecten binnen het onderwijs wordt nu eenzijdig gekeken naar de bouwkosten. Wat de keuzes van vandaag betekenen voor de komende twintig of zelfs veertig jaar is niet in beeld. Dat is een gemiste kans, want een schoolgebouw gaat wél zo lang mee. Een hogere initiële investering kan in theorie dan ook leiden tot aanmerkelijk lagere levensduurkosten. Toch is het binnen het onderwijsvastgoed nog lang niet gebruikelijk om zo te denken. Dat komt onder meer door het systeem van gescheiden beurzen: de bouwkosten komen vaak voor rekening van de gemeente, terwijl de kosten voor de exploitatie van het pand voor het schoolbestuur zijn.”
“Vanuit onze landelijke kennisfunctie zien we dat het interessant kan zijn om deze twee geldstromen samen te voegen. Op die manier kunnen we wél bijdragen aan de verduurzamingsopgave. Het is niet dé oplossing, maar het vormt wel een bijdrage in de bredere discussie over verduurzaming, renovatie en een knellende bekostiging binnen de huisvestingsopgave van scholen. Daarnaast zien wij in de praktijk ook de ontwikkeling waarin schoolbesturen toekomstige vergoedingen naar voren halen. De bestendigheid van de jaarlijkse vergoeding vanuit het Rijk voor de instandhouding van scholen is daarbij wel een aandachtspunt. Schoolbesturen zijn voor hun bekostiging namelijk volledig afhankelijk van de Rijksoverheid. Door wisselende leerlingaantallen, mede veroorzaakt door krimp en groei, kan een school niet langer dan een schooljaar vooruitkijken. Geld investeren dat je nog niet hebt, vormt daarmee een risico. “
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat scholen in 2050 energieneutraal en aardgasvrij zijn. Vanuit het landelijke programma ‘Scholen op Koers’ neemt Ruimte-OK gemeenten en schoolbesturen mee in de stappen die moeten worden gezet richting 2030 en 2050. “Voor gebouwen die de komende jaren in aanmerking komen voor nieuwbouw of renovatie, moet hier in de investering al rekening mee gehouden worden. Doe je dat niet, dan loop je de kans dat je tussen nu en 2050 nóg een keer aan de bak moet, maar dan tegen veel hogere kosten. Dit soort kapitaalvernietiging wil je natuurlijk voorkomen. Dat dit niet eenvoudig is, leert de praktijk. De beperkte reikwijdte van de begrotingen van gemeenten en schoolbesturen vormt daarbij een belemmering. Een jaarplan van een school kijkt een jaar vooruit, een gemeentebegroting kent een scope van vier jaar. Bovendien zijn toekomstige meerkosten nu nog niet altijd goed in beeld. En als ze dat wel zijn, is lang niet altijd het benodigde budget beschikbaar om die voor-investering nu al mee te nemen. Daardoor zijn de keuzes voor onderwijsvastgoed nu vaak gebaseerd op de korte termijn, het vermijden van risico’s en een beperkt budget. Maar daarmee schuiven we de rekening wél door naar de toekomst, waarin deze stappen gegarandeerd alsnog gezet moeten worden, maar dan tegen veel hogere maatschappelijke kosten.”
Het denken vanuit de levensduurkosten staat binnen het onderwijsvastgoed nog in de kinderschoenen. Daarom zet Kenniscentrum Ruimte-OK in op bewustwording. “Waar mogelijk helpen wij schoolbesturen en gemeenten op weg om hier inzicht in te krijgen. Dit doen we door samen te kijken naar een optimale inzet van investeringen. Een inzet die maatschappelijk gezien op de langere termijn de meeste waarde heeft. Dat is echter een lastig speelveld. Aan de ene kant wil de overheid dat schoolbesturen hun huisvesting verduurzamen en aan de andere kant zijn schoolbesturen beperkt in de mogelijkheden om de ontvangen vergoedingen vanuit het Rijk in te zetten. Ons kenniscentrum helpt partijen hierin een juiste balans te vinden. Bijvoorbeeld door vroegtijdig het gesprek aan te gaan met de accountant van het schoolbestuur en de afdeling Financiën van de gemeente. Zo kunnen we de financiële speelruimte onderzoeken.”
“Daarnaast is er nog een wereld te winnen bij aannemers en bouwbedrijven. Ook zij moeten zich realiseren wat deze nieuwe manier van werken betekent. Bij voorkeur blijven zij betrokken bij het eindresultaat en zijn ze niet direct na de sleuteloverdracht uit beeld. Zo kunnen zij gedurende de exploitatiefase aantonen dat de vooraf ingeschatte levensduurkosten kloppen. Waar nodig gaat Ruimte-OK het gesprek aan met alle betrokken partijen. We helpen iedereen om deze nieuwe manier van werken over te nemen en om de maatschappelijke winst die daaruit voortkomt inzichtelijk te maken en cijfermatig te onderbouwen. Deze partijen moeten lokaal het juiste gesprek voeren, met de juiste mensen en op het juiste moment. Daarbij is het cruciaal dat zij kunnen beschikken over goede, in de praktijk bewezen rekenvoorbeelden. Die laten zien dat bepaalde keuzes op de lange(re) termijn gunstig kunnen uitpakken voor de totale levensduurkosten. Daarmee zijn ze essentieel voor schoolbesturen en gemeentes om een goede afweging te kunnen maken. Het ontbreken van deze voorbeelden zorgt nu nog voor koudwatervrees om met een aanpak aan de slag te gaan die is gebaseerd op de levensduurkosten.”
Ondanks de huidige koudwatervrees ziet Ruimte-OK een groeiend aantal schoolbesturen dat de voordelen ervaart van een meer planmatig onderhoud en een slimme clustering van taken. “We willen hen bewegen tot een andere manier van denken en een meer integrale en programmatische aanpak. Een aanpak waarbij meerdere projecten tegelijk worden opgepakt om besparingen te bereiken. Zo draagt ons kenniscentrum graag een steentje bij aan de enorme opgave waarvoor het onderwijsvastgoed de komende jaren staat.”
Meer informatie:
www.ScholenOpKoersnaar2030.nl
Zelf sturen op levensduurkosten
Let Marco van Zandwijk zelf ook op de levensduurkosten, bijvoorbeeld in zijn huis?
“Jazeker! Bij de bouw van mijn eigen huis heb ik onder meer geïnvesteerd in triple glas. Dat zorgt voor een aanmerkelijk lager gasverbruik en meer comfort. In combinatie met onze slimme zonwering blijft het hier ’s zomers altijd aangenaam binnen. Dat is in veel schoolgebouwen nog geen vanzelfsprekendheid.”
Het Rijksvastgoedbedrijf, Life Cycle Vision, AT Osborne, IGG Bouweconomie en Brink werken de komende periode samen aan het thema levensduurkosten, in samenspraak met de Nederlandse Vereniging voor Bouwkostendeskundigen (NVBK) en de Dutch Association of Cost Engineers (DACE). Met elkaar gaan we op zoek naar definities en rekenmethodes. Daarbij zorgen we vooral dat we dezelfde taal gaan spreken.
Op LinkedIn plaatsen wij alle publicaties en is ruimte voor het delen van ervaringen. Je vindt ons op de volgende pagina: https://www.linkedin.com/groups/8970183/
Melden Sie sich für unseren Newsletter an und bleiben Sie auf dem Laufenden