We hebben een reeks artikelen gehad waarin de investerings- en exploitatiekosten zijn beschouwd. Geconcludeerd kan worden dat de euro/m2 alles behalve constant zijn bij verschillende ontwerpuitgangspunten. In de navolgende reeks voegen wij de conclusies van de investeringskosten en exploitatiekosten samen en laten we zien hoe deze uitgangspunten uitwerken op de levensduurkosten.
Na een analyse van de investering en exploitatiekosten in één van de vorige artikelen 1), kon al worden geconcludeerd dat de installatiekosten bij gebouwen met een hoog functioneel oppervlak hoog zijn. Dit is vrij logisch; meer mensen per m2 resulteert ook in meer licht, lucht en inrichtingsvoorzieningen zoals data en wandcontactdozen. Al deze techniek zal ook moeten worden onderhouden en deze installaties zullen ook meer energie gebruiken. Hierdoor worden de levensduurkosten bij een hoger functioneel oppervlak dus ook hoger.
Om de mate van impact aan te geven volgt hieronder een korte analyse, waarbij van referentiegebouwen met verschillend functioneel oppervlak de levensduurkosten zijn berekend. De levensduurkosten zijn onderverdeeld in installatiekosten, onderhoudskosten (jaarlijks onderhoud en vervangingen) en energiekosten van de werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties (over een exploitatieperiode van 25 jaar).
Dus let op en houd rekening met het functionele oppervlak! Gebruik niet alleen de bovenstaande grafiek om de levensduurkosten in beeld te krijgen, want in het volgende artikel zal ook een andere belangrijke invloed factor inzichtelijk worden gemaakt.
Bernd Karstenberg, Life Cycle Vision
1) Kijk voor de andere artikelen op de NVBK-site, onder kennisbank, columns Bernd Karstenberg
Sign up for our newsletter and stay informed