Realistisch kostenplaatje van gebouwinstallaties

auteur-tineke Tieneke Wilms 4 May 2016 General Share

De rekenapplicatie LCCvision zorgt voor een snelle en nauwkeurige berekening van de gebouwinstallaties en de bijbehorende levensduurkosten. Dat scheelt installateurs en adviseurs een hoop tenderkosten en tijd, zegt ontwikkelaar en kostendeskundige Bernd Karstenberg.

LCV-vorm-euro

“Het ramen van de installatiekosten in de vroege ontwerpfase beperkt zich vaak tot het roepen van zeer globale kostenkengetallen. Dat constateerde ik tijdens mijn werk als installatieadviseur en kostendeskundige. Dat kon veel beter, vond ik. Eigenlijk wil je het met je opdrachtgever meer over de inhoud hebben; over wat en welke kwaliteit je precies gaat leveren.” Aan het woord is Bernd Karstenberg, LCCadviseur en eigenaar van de ‘startup’ LCCvision. Met collega-docent Roland Halle verwerkte hij de inzichten die hij verwierf als installatieadviseur in een cursus installatiekosten. Ze verwerkten de rekensystematiek uit de cursus voor de hogeschool Arnhem/Nijmegen vervolgens samen in een rekenapplicatie. De applicatie, LCCvision, maakt het voor iedereen mogelijk een nauwkeurige installatiekostenraming, maar ook exploitatiekostenraming op te zetten. LCCvision laat naast de installatiekosten ook het energieverbruik en de onderhoudskosten van de gekozen installatieconcepten zien. Deze exploitatiekosten worden over de gehele levenscyclus van het gebouw grafisch weergegeven en door middel van de rekensystematiek tot één totaalbedrag teruggebracht, de zogenaamde ‘nettocontantewaardemethode’. Zo is snel een eerlijke financiële vergelijking tussen concepten mogelijk. “Het is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby”, zegt Karstenberg. “We hebben samen met een softwareontwikkelaar over een periode van jaren de rekenapplicatie vormgegeven. Door deze kleinschalige aanpak kunnen we het programma nu relatief goedkoop aanbieden. Binnen één project heb je het in principe terugverdiend.” Het programma is momenteel vooral geschikt voor projecten in de utiliteitsbranche, zoals kantoren en scholen. Ook bij het calculeren van appartementencomplexen kan het volgens Karstenberg goede diensten bewijzen. 

Kostenraming

Op basis van een minimale input rollen uit de rekenapplicatie accurate en gedetailleerde kostenramingen. Karstenberg: “Alleen de invoer van de vorm van het gebouw is al voldoende voor een globale berekening. Hoe meer je invult, hoe nauwkeuriger de uitkomst wordt. Je kunt bijvoorbeeld ook het glaspercentage of de isolatiewaarde van de gevel invullen, of het installatieconcept en de opwekkingsvariant kiezen.” In het programma zijn alle geldende normen verwerkt die nodig zijn voor het ontwerpen en calculeren van de gebouwinstallaties. Op basis van de uitgangspunten in het programma van eisen dimensioneert het rekenprogramma de E- en W-installatie. “Alle aannames worden daarbij transparant weergegeven. Zo wordt bijvoorbeeld het aantal contactdozen, het aantal sanitaire toestellen, de lengtes leiding en het aantal afvoeren berekend in relatie tot de bouwkundige uitgangspunten.” De prijzen in het systeem worden opgebouwd vanuit componentprijzen (receptprijzen). Deze prijzen zijn opgebouwd uit artikelprijzen vanuit leverancierdatabases en montagenormen uit gestandaardiseerde Ende- en Uneto-normen. “De componentprijs is een gemiddelde”, licht Karstenberg toe. “Elk kabeltje in het systeem zetten heeft ook geen zin. Ook in bijvoorbeeld een besteksbegroting zit altijd bandbreedte, want daarin staan wel exacte prijzen, maar iedereen hanteert zijn eigen korting.

8000 parameters

Het rekenprogramma is opgebouwd uit 8000 parameters. In de basisversie die nu op de markt is, zijn daarvan 500 parameters aanpasbaar. Alle parameters worden automatisch berekend en ingevuld. Dat wil zeggen dat gebruikers niet verplicht zijn iets in te vullen. Alleen afwijkende parameters moeten worden ingevuld. Het systeem kiest bijvoorbeeld voor een standaardglaspercentage van 35%. Wanneer het gebouw een hoger glaspercentage heeft, kan dit per geveloriëntatie worden aangepast. Zo kan van grof naar fijn steeds projectspecifieker naar een eindresultaat worden toegerekend. Met deze basisversie kan iedereen in de bouwketen betrouwbare berekeningen maken, aldus Karstenberg. “Als we alle parameters zouden openzetten, kan iemand zonder verstand van zaken allerlei componenten bij elkaar zetten die geen werkende installatie zullen opleveren.” Het team werkt inmiddels wel aan een uitgebreidere versie voor installateurs of adviseurs met aanzienlijk meer aanpasbare parameters (circa 1200) en meer functionaliteiten.

Inhoudelijke discussie

Het resultaat van de berekeningen is een compact A4’tje, op basis waarvan installateurs of adviseurs volgens Karstenberg een inhoudelijke discussie kunnen voeren met de opdrachtgever. “De berekening geeft een realistischer beeld van de installatiekosten dan mogelijk is op basis van kostenkengetallen. Je kunt dan discussies voeren over de uitgangspunten van het ontwerp en niet alleen over de prijs onderaan de streep.” Ook wat duurzame keuzes betreft, geeft de rekentool een realistisch beeld, vindt Karstenberg. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de epc-berekening of andere keurmerken. “Dat zijn overheidsinstrumenten die sturen op beleid en niet op de realiteit. De consequenties voor het onderhoud en de installatiekosten worden daarin bijvoorbeeld vaak niet meegenomen.” Met behulp van LCCvision kan een adviseur of installateur de opdrachtgever bijvoorbeeld laten zien of hij binnen een bepaalde tijd de investering van pv-panelen kan terugverdienen. Ook kan de rekenapplicatie bijvoorbeeld aangeven of ledverlichting ook echt kosten bespaart. Karstenberg: “Led is namelijk niet altijd goedkoper; een aantal armaturen gaat tussentijds kapot. Dat zorgt voor hogere vervangingskosten doordat het gehele armatuur dan vervangen dient te worden in plaats van alleen de tl-buis. Varianten kunnen worden doorgerekend en naast elkaar worden gezet. Met behulp van deze berekening kan dan, onderbouwd, een conceptkeuze op levensduurkosten worden gemaakt.”

Integraal ontwerpen

Volgens Karstenberg ondersteunt het rekenprogramma het integraal ontwerpen in de bouw. ”Je ziet bijvoorbeeld meteen hoeveel technische ruimte er nodig is, of hoeveel dataruimte. Je ziet in de berekeningen ook heel goed de impact terug van bouwkundige maatregelen. Als de gebruiker bijvoorbeeld kiest voor een isolatiewaarde van de gevel die hoger is dan de waarde voorgeschreven in het Bouwbesluit, dan levert dit andere leidingdiameters op en mogelijk een kleinere koelmachine, een lager energieverbruik, een lagere investering en lagere onderhoudskosten. Of, een ander voorbeeld: komt er meer glas in de gevel, dan is er bij bepaalde klimaatconcepten meer ventilatielucht nodig om het binnenklimaat aan de temperatuureisen te laten voldoen.” Wat dat betreft past de rekentool uitstekend bij de BIM-gedachte, vindt Karstenberg, en kan hij zelfs worden ingezet als een controlemiddel. Met behulp van een scriptje is het mogelijk vanuit BIM de gewenste invoerparameters te destilleren voor LCCvision. Dat scriptje is een soort boodschappenlijstje, waarmee ontwerpers kunnen checken of het BIM-model wel klopt. Is er bijvoorbeeld aanzienlijk minder leidinglengte, dan kan gericht naar de oorzaken hiervan worden gezocht. Het kan dan bijvoorbeeld zijn dat er een verdieping nog niet is uitgewerkt in BIM. ISSO Award 2015 Inmiddels zijn een aantal grote partijen uit de bouwkolom met het programma aan de slag, naar volle tevredenheid, aldus Karstenberg. Een eerste blijk van waardering uit de branche kreeg LCCvision in oktober vorig jaar. Toen won het de ISSO-Award 2015 van kennisinstituut ISSO. “De markt heeft de mond vol over levensduurkosten, maar nu is er dan eindelijk een methode om dat inzichtelijk te maken en om de toegevoegde waarde van kwaliteit en duurzaamheid aan te tonen”, zei Rob van Bergen, directeur van ISSO, bij het overhandigen van de award.

Download PDF   

auteur-tineke Tieneke Wilms 4 May 2016 General Share

Read more publications

The best of Life Cycle Vision in your mailbox every month?

Sign up for our newsletter and stay informed